woensdag 6 november 2013

Rommelmarkt, dat principe snappen de Israeli niet.

We zijn sinds 1 november in ons "nieuw" appartementje getrokken. Nadat we kuismateriaal gekocht hadden (want ja, ze had nog niet eens een emmer, laat staan een borstel, een aftrekker of zeep), hebben we heel de vrijdag poetsend doorgebracht:  met liters javel, zodat bacteriën en virussen toch tot een minimum beperkt werden. Tot onze ogen rood zagen, en neus liep van de chloorgassen. Benny Bax had zich hier goed kunnen uitleven: haren in de frigo, dode kakkerlakken in de kast, sigarettenpeuken onder de zetel. Enfin, het meisje gaat niet weten wat haar overkomt als ze terugkomt. Een witte vloer. Ze zal denken dat we die opnieuw betegeld hebben. De beddenlakens ben ik in het wassalon gaan koken, zodat al 't ongedierte daarin ook kapot is.

Dit wassalon hebben we maar wijselijk overgeslagen
Nu zit ik hier al voor de tweede keer te zagen over hoe vuil hier alles is, en ik wil me helemaal niet anders voordoen dan dat ik ben. Want laat één zaak duidelijk zijn: ik háát kuisen. Hoe minder tijd ik erin moet steken, hoe beter. Dus ge kunt u nu wel voorstellen wat voor iets mij tot deze wanhoop gedreven moet hebben.

Enfin, via deze omweg komen we tot het verhaal dat ik jullie eigenlijk wou vertellen. Er waren niet alleen hygiënische, maar ook praktische mankementen aan het appartement. Ze had maar 1 kookpot, dus dat betekent ofwel eerst patatten eten, en dan een half uur later de groentjes. Of saus zonder spaghetti, of koude spaghetti met warme saus. You see where this is going. En we hadden een lamp nodig. In de slaapkamer is geen schakelaar. Die staat in de keuken. Niet echt handig. Dus onze missie: een kookpot en een lamp. Het kookpotverhaal is minder interessant, dus ik concentreer me op de lamp. Onze eisen: goedkoop en werkend. Maakt niet uit hoe lelijk dat ding eruit ziet. Waar kan je dat beter vinden dan op een rommelmarkt. En daaraan geen gebrek hier, dus gingen we op pad.

Verkoper 1, over een oerlelijke lamp: 350 shekkel (70 euro). Hmmm. Zelfs met gepingel gingen we er niet geraken. Hij zei nog iets over kristal en koper, maar dat interesseerde ons niet meer. Verkoper 2: 200 shekkel, nog zo'n 40 euro. "Laat maar zitten". Verkoper 3: 450 shekkel (90 euro). Een diepe zucht. verkoper: What?! It's vintage! En zo ging het door, standje na standje. Met hun excuses 'It's antique, It's vintage. It's crap, that's what it is! De hele tijd maar zeveren dat hun stomme rommel antiek of vintage is. De bedoeling van een rommelmarkt is toch dat je je ROMMEL verkoopt tegen een LAGE prijs, zodat je er vanaf bent, en er toch nog iets voor krijgt. Ik weet wel dat het de bedoeling is dat je afdingt, maar met van die gigantische hoge startprijzen, gingen we er niet geraken gezien we ons een budget van 5 euro hadden opgelegd. Gert-Jan zei dat we het moesten opgeven, dus gingen we naar huis.

Maar ik moest en zou een lamp kopen op de rommelmarkt. Dus ik ging vandaag alleen. Vastberaden. (of koppig kan je ook zeggen;)). Maar weer hetzelfde verhaal. Had ik mijn opa maar bij, master in afdingen. Die zou nog voor elkaar krijgen om een lamp voor 1/10e van de prijs mee naar huis te nemen. Krak dat 'm is. Ik zag hem het wel duizend keer doen als kind op de marktjes op vakantie in Tunesië. Hij gaat er dan ook met de juiste instelling naartoe: "Deze mensen willen graag iets verkopen, terwijl ik het helemaal niet hoéf te hebben". En dat is volgens Gert-Jan ons probleem: we hadden het te hard "nodig". Ondertussen nog steeds op de rommelmarkt, ben ik ook aan't snuisteren tussen de andere dingen en zag ik leuke oorbellen. Ik vraag hoeveel ze kosten. 100 shekkel (20 euro). Ik hang ze mooi terug en kijk verder. Juist de manier waarop ik het geleerd heb van de master. Ze zegt: 90 shekkel. Ik kijk niet op. 80 Shekkel. "No sorry, too much". "Maar het is van natuursteen". Ik zou niet kunnen zeggen of'het waar is of niet. Dus ik zeg "no thank you" en loop verder. 10 min later en ook 400 meter verder staat die mevrouw opeens achter mij "60 shekkel". Tja, hoe kon ik nu nog nee zeggen? Opa zou ze me waarschijnlijk voor nog veel minder kunnen vastkrijgen. Maar ik had hem helaas niet bij me, en zo hard kan ik ook niet zijn.

Daar stond ik dan: mét oorbellen maar zonder lamp. Typisch. Iets kopen waarvoor je niet kwam. Je weet hoe vrouwen zijn. Zo kon ik niet naar huis gaan. Op die manier belandde ik dan 's avonds in de plaatselijk Casa en kocht daar een nieuwe lamp voor 10 euro. Een koopje in vergelijking met de rommelmarkt;).

Gezellig, dat wel:)


dinsdag 5 november 2013

10 remarkable pictures

1)
For that carrot tan you always wanted;)
                                                                 

2)
                      Als ik hier teveel hummus eet, is er tenminste nog een winkel waar ik terecht kan;)

3)
                                                                      Toedeloe wc

4)
Op't strand: Swimming days for men and swimming days for woman


5)
Spy Shop: zeer populair in een land als Israël. Als ik iets voor iemand moet meenemen;).

6)
Restaurant met een (voor ons) speciale naam;)
7)
Plaatselijke ballenbad voor katten. Neenee, dit zijn kooien op straat waar je je plastiek moet weggooien. Nog specialer, het sorteren van glas: "just put it on the street and someone will pick it up". En 't is nog waar ook, een kwartier later is het weg. Mensen komen glas verzamelen in een winkelkar en ruilen het dan in voor statiegeld.

8)


9)
Man met borat-pak op't strand (sorry durfde niet dichterbij gaan;) en met mijn gsm had ik geen zoom-functie)


10)
                                                      In een lampenwinkel in Jaffa



vrijdag 1 november 2013

Tsjoeke tsjoeke tuut tuut

Iets wat je snel zal opvallen als je hier bent: hoe belangrijk kinderen hier zijn in de maatschappij. Er zijn in Tel aviv alleen al tientallen, misschien wel honderd speeltuinen.
 Er lopen hier ongelooflijk veel zwangere vrouwen rond, je komt gemakkelijk een tien hoogzwangere vrouwen per dag tegen (iets wat ik in België toch ongewoon vind). In het weekend zijn de parken volgestouwd met kinderen: op hun kleine kinderfietsjes met kleine helmpjes, duizenden buggy’s en kinderwagens, gigantische kinderfeestjes in het park met een ingehuurde kinderanimator en alle soorten gekleurde vlagjes, de jeugdbeweging die rondloopt in hun uniform…Je kan er echt niet langs kijken. De total fertility rate (aantal kinderen/vrouw) in België is 1.8, in Israël is dit 3. En dit is echt wel veel als je de rest van de lijst bekijkt (hier) Hoewel Afrika het natuurlijk veel beter doet met 4-6 kinderen per vrouw, maar dit is natuurlijk om totaal andere redenen. Daarmee zit Israël dus boven het gemiddelde van de wéreld (2.5 kinderen/vrouw).
Dus het is dan ook niet raar dat ik hier een jobje heb gevonden als kinderoppas. Het ligt niet in Tel Aviv, maar in een stadje op ongeveer 30 km van Tel Aviv (meer zuidelijk). Dus pak ik ’s morgens vroeg de trein naar daar. Op zich eigenlijk niet erg anders dan treinen in België, alleen dat je door een metaaldetector moet lopen zoals op de luchthaven en je geen drank mag meepakken op de trein. Het is ook een pak goedkoper als bij ons (gelukkig toch iets wat goedkoper is;)). 


Dus zo deel ik elke morgen mijn wagon met een heleboel soldaten die op weg zijn naar hun kazerne.
De 2 kindjes waar ik op pas is een twee-eiige tweeling van 9 maanden. Een flinke jongen Matan, een echte wildebras, met veel energie en een aanstekelige lach en een meisje Tamar, dat je zo lief kan aankijken dat je onmiddellijk smelt. De ouders zijn een homo-paar, en als ze aan’t werk zijn, let ik op hun geliefkoosde kroost. ’s Morgens maken we een ochtendwandeling rond de blok. Wel eventjes goed de straten memoriseren aan de hand van objecten: bushokje, “werken”, boom met paarse bloemen, lokaal supermarktje: want hier zijn zelfs de straatnamen niet meer in’t Engels. Na de wandeling even spelen met de zingende schildpad die ahat, shtayim, shalosh, arba zingt, zo leer ik meteen ook tot 4 tellen in't Hebreeuws. Daarna is het tijd voor een fruitpapje: banaan, advocado en tehina, net even iets anders als bij ons, maar toch ook heel lekker. ’s Middags als de kindjes een dutje doen maakt de papa voor ons een lekker middagmaal met een lekkere Israelische salade, schnitzel en purree.

Dan ruimt de papa af en hangt de was op.  Zo zie je maar dat een Israelisch huishouden niet veel verschilt met dat van ons. Namiddag spelen we weer, lees ik een boekje voor en bekijken we allemaal diertjes op de i-phone, en zo leer ik evenveel als de kindjes: een sous is een paard, en een kélev is een hond. Daarna is het tijd om afscheid te nemen van mijn twee schatjes, en de trein weer naar huis te nemen.
Ik ben al helemaal verliefd geworden op die twee kleine pagadders, pas maar op dat we niet met zijn 4-en terugkomen;).
                                                  Matan(Re) en Tamar (Li)

Be'ahava

Catherine