vrijdag 1 november 2013

Tsjoeke tsjoeke tuut tuut

Iets wat je snel zal opvallen als je hier bent: hoe belangrijk kinderen hier zijn in de maatschappij. Er zijn in Tel aviv alleen al tientallen, misschien wel honderd speeltuinen.
 Er lopen hier ongelooflijk veel zwangere vrouwen rond, je komt gemakkelijk een tien hoogzwangere vrouwen per dag tegen (iets wat ik in België toch ongewoon vind). In het weekend zijn de parken volgestouwd met kinderen: op hun kleine kinderfietsjes met kleine helmpjes, duizenden buggy’s en kinderwagens, gigantische kinderfeestjes in het park met een ingehuurde kinderanimator en alle soorten gekleurde vlagjes, de jeugdbeweging die rondloopt in hun uniform…Je kan er echt niet langs kijken. De total fertility rate (aantal kinderen/vrouw) in België is 1.8, in Israël is dit 3. En dit is echt wel veel als je de rest van de lijst bekijkt (hier) Hoewel Afrika het natuurlijk veel beter doet met 4-6 kinderen per vrouw, maar dit is natuurlijk om totaal andere redenen. Daarmee zit Israël dus boven het gemiddelde van de wéreld (2.5 kinderen/vrouw).
Dus het is dan ook niet raar dat ik hier een jobje heb gevonden als kinderoppas. Het ligt niet in Tel Aviv, maar in een stadje op ongeveer 30 km van Tel Aviv (meer zuidelijk). Dus pak ik ’s morgens vroeg de trein naar daar. Op zich eigenlijk niet erg anders dan treinen in België, alleen dat je door een metaaldetector moet lopen zoals op de luchthaven en je geen drank mag meepakken op de trein. Het is ook een pak goedkoper als bij ons (gelukkig toch iets wat goedkoper is;)). 


Dus zo deel ik elke morgen mijn wagon met een heleboel soldaten die op weg zijn naar hun kazerne.
De 2 kindjes waar ik op pas is een twee-eiige tweeling van 9 maanden. Een flinke jongen Matan, een echte wildebras, met veel energie en een aanstekelige lach en een meisje Tamar, dat je zo lief kan aankijken dat je onmiddellijk smelt. De ouders zijn een homo-paar, en als ze aan’t werk zijn, let ik op hun geliefkoosde kroost. ’s Morgens maken we een ochtendwandeling rond de blok. Wel eventjes goed de straten memoriseren aan de hand van objecten: bushokje, “werken”, boom met paarse bloemen, lokaal supermarktje: want hier zijn zelfs de straatnamen niet meer in’t Engels. Na de wandeling even spelen met de zingende schildpad die ahat, shtayim, shalosh, arba zingt, zo leer ik meteen ook tot 4 tellen in't Hebreeuws. Daarna is het tijd voor een fruitpapje: banaan, advocado en tehina, net even iets anders als bij ons, maar toch ook heel lekker. ’s Middags als de kindjes een dutje doen maakt de papa voor ons een lekker middagmaal met een lekkere Israelische salade, schnitzel en purree.

Dan ruimt de papa af en hangt de was op.  Zo zie je maar dat een Israelisch huishouden niet veel verschilt met dat van ons. Namiddag spelen we weer, lees ik een boekje voor en bekijken we allemaal diertjes op de i-phone, en zo leer ik evenveel als de kindjes: een sous is een paard, en een kélev is een hond. Daarna is het tijd om afscheid te nemen van mijn twee schatjes, en de trein weer naar huis te nemen.
Ik ben al helemaal verliefd geworden op die twee kleine pagadders, pas maar op dat we niet met zijn 4-en terugkomen;).
                                                  Matan(Re) en Tamar (Li)

Be'ahava

Catherine

1 opmerking:

  1. Ik hoor het al: bereid u maar voor op het vaderschap, Gert-Jan!

    BeantwoordenVerwijderen